Verboden namen in de Islam
Binnen de Islam is het zo dat het niet toegestaan is om bepaalde namen aan je kind te geven of aan te nemen na de bekering, hieronder zal daar verder op ingegaan worden. Het gaat hierbij om verboden namen binnen de Islam.
Het is niet toegestaan om je kind een naam te geven of als bekeerling aan te nemen die alleen toebehoort aan Allah of enkel past bij Allah.
het gaat bijvoorbeeld om de volgende namen:
– al-Khaliq (de Schepper);
– al-Quddus (de Meest Heilige);
– Malik al-Muluk (Koning der Koningen).
Alle geleerden zijn het met elkaar eens dat het niet toegestaan is om bovenstaande namen aan je kind te geven of aan te nemen. Eveneens is hiervoor bewijs te vinden in de volgende hadith:
‘De Boodschapper van Allah (salallahu alayhi wasalam) zei: “De meest verachte naam bij Allah op de Dag der Opstanding zal een man zijn genaamd Malik al-Muluk.” [Bukhari]
Eveneens is het verboden om namen van afgoden of duivels te geven of aan te nemen.
Voorbeelden hiervan zijn: Shiva, Vishnu, Lakshmi, Ganesha, Hanuman (Hindu afgoden), Ares, Hera, Gaia, Hemera (Griekse afgoden), Iblis, Diablo, Demon, al-Walhaan (Duivels).
Ook is het niet toegstaan om namen die behoren aan niet-moslims en namen die wijzen op kufr (ongeloof) of andere geloven dan de Islam. Denk hierbij aan namen als Peter, George, Simon, Lucas, Thomas, Levi, Cristian / Cristina.
Namen die sterk afgeraden (makrooh) zijn:
– Namen die lelijk zijn, raar zijn of die de naamdrager belachelijk maken.
Deze namen gaan tegen de sunnah in, de Profeet (salallahu alayhi wasalam) heeft ons juist opgedragen om mooie namen te geven.
Voorbeelden hiervan: Harb (oorlog), Rashaash (motregen), Hiyaam (een ziekte bij kamelen).
De Profeet (salallahu alayhi wasalam) vroeg eens naar een vrijwilliger om te melken. Vier mensen meldden zich aan: hij weigerde de hulp van degene die Murrah (bitter) heette en van degene die Jamrah (brandende kool) heette, maar liet degene melken die Ya’eesh (lang leven) heette.
Ook is bekend dat de Profeet, salallahu alayhi wasalam, de naam wijzigde van degene die Hazn (zorgen) heette, hij noemde hem Sahl (tevreden).
– Namen waar de woorden ‘ad-Deen’ of ‘al-Islam’ aan toe zijn gevoegd.
Voorbeelden hiervan: Noor ad-Deen (licht van het geloof), Shams ad-Deen (zon van het geloof), Noor al-Islaam (licht van de Islaam), Shams al-Islaam (zon van de Islaam), Zia-ad-Deen (helderheid van het geloof), Nur-ad-Deen (licht van het geloof).
De reden dat deze namen afgeraden zijn, is omdat deze namen overdrijving bevatten, die grenst aan liegen. Sommige geleerden zien deze namen zelfs als haram. Vroeger kregen sommige mensen zo’n titel, vanwege hun verdiensten, maar later begonnen mensen het als gewone namen te gebruiken.
– Namen van engelen of de Huroof al-Muqatta’ah (de letters aan het begin van sommige sura’s, waarvan de betekenis enkel bekend is bij Allah). Voorbeelden hiervan: Jibreel, Mika’il, Munkar, Nakir, Raqib, Melek (deze laatste is vooral bekend bij Turkse meisjes)
Meisjes vernoemen naar engelen is duidelijk haram, omdat het valt onder het imiteren van ongelovigen die dachten dat de engelen dochters van Allah waren. Verheven is Hij boven wat zij zeggen.
>